Regels voor dronegebruik zijn aangepast

Een belangrijk verschil met de oude situatie is dat er geen onderscheid meer wordt gemaakt in hobbyvliegers en beroepsmatige vliegers. In plaats daarvan staat het risico van de vlucht centraal, vaak gekoppeld aan het gewicht van de drone. Er zijn 3 categorieën:

A. De categorie Open geldt voor vluchten met een laag risico die worden uitgevoerd met een drone tot 25 kilogram. Voor deze categorie heeft u geen toestemming nodig van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en ook niet van de EU-lidstaat waar u wilt gaan vliegen. De categorie is verdeeld in 3 subcategorieën:

• A1 (0 tot 500 gram). Hierin wordt onderscheiden:

1. Drones lichter dan 250 gram zonder camera. U hoeft hiervoor geen vliegbewijs te halen en u hoeft zich niet te registreren bij de RDW.
2. Drones lichter dan 250 gram met camera. U moet u zich als bestuurder registreren bij de RDW.
3. Drones zwaarder dan 250 gram (met of zonder camera). U heeft een vliegbewijs nodig. Hiervoor moet u een training en een kennistest doen bij een vliegschool. Ook moet u zich als bestuurder registreren bij de RDW

• A2 (500 gram tot 2 kilogram). Omdat u in de buurt van mensen gaat vliegen, heeft u naast een vliegbewijs een vaardigheidsbewijs nodig. U moet daarvoor een aanvullende kennistest bij een vliegschool doen. Ook moet u 50 meter afstand houden van mensen.
• A3 (2 tot 25 kilogram). U heeft een vliegbewijs nodig en moet zich als bestuurder registreren bij de RDW. De piloot vliegt alleen in gebieden waar geen mensen zijn en houdt minimaal 150 meter afstand van woon-, handels-, industrie- of recreatiezones.

U kunt zich als bedrijf of als persoon registreren bij de RDW. Daarna ontvangt u een exploitantnummer dat u zichtbaar aan moet brengen op de drone. Als er iets met de drone gebeurt, is duidelijk wie de eigenaar is.

B. De categorie Specifiek is voor vluchten met een gemiddeld risico, zoals vliegen buiten het zicht van de piloot of vliegen in een gecontroleerd luchtruim. Denk aan goederentransport of autonome vluchten (zonder piloot). De vlucht mag niet plaatsvinden boven een bijeenkomst van mensen met een drone van 3 meter of meer. En er mogen geen mensen of gevaarlijke stoffen mee worden vervoerd. Voordat u gaat vliegen heeft u toestemming nodig van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en ook van de EU-lidstaat waar u wilt gaan vliegen. Hiervoor kunt u een exploitatievergunning of een Light UAS Operator Certificate (LUC) aanvragen.

C. De categorie Gecertificeerd is voor vluchten met een hoog risico met drones van 3 meter of langer waarmee u over mensenmenigten vliegt en die ontworpen zijn om mensen of gevaarlijke stoffen mee te vervoeren. Nog niet alle eisen voor deze categorie zijn vastgesteld.

Verzekeringen

Dronegebruik is niet zonder risico. Uw drone kan schade veroorzaken aan gebouwen of spullen of letsel toebrengen aan mensen. Als u daarvoor aansprakelijk gesteld wordt, kan de claim behoorlijk in de papieren lopen. Dit risico is niet standaard gedekt op de Aansprakelijkheidsverzekering voor Bedrijven (AVB), dus laat u daarover adviseren. Verder kan uw drone zelf beschadigd raken. Ook daarvoor wilt u zich verzekeren. Wilt u zeker weten dat alle risico’s goed afgedekt zijn? Neem dan contact op met ons kantoor.